Het Arabische schiereiland is het land waar de islam is geboren en gegroeid. Het Arabische schrift is gebaseerd op het Nabati-schrift, dat afstamt van het Arami-schrift. Het eigenlijke gebod van de Islam is “lezen”, en dit vereist het opslaan van teksten om te lezen. Het schrift heeft zich dus parallel hieraan ontwikkeld. Schrijven in het Oosten is wat schilderen betekent voor het Westen. Het heeft zelfs een groter belang dan schilderkunst in de Westerse wereld. In deze context is schrijven iets heiligs en kunstzinnigs, maar het maakt ook deel uit van het dagelijks leven.

De schrijfstijl die in de eerste Korans werd gebruikt is Kûfî, die bekend staat om zijn hoekige vorm. Later ontstonden er zes hoofdschriftsoorten, als “aklâm-ı sitte” (zes pennen). Dit zijn Muhakkak, Reyhânî, Sülüs, Nesih, Tevkî, Rik’a. De andere ontwikkelde schriftsoorten in die tijd zijn Ta’lik, Divanî, Türk Rik’ası, Siyakat.
In de 10e eeuw voerde Ibn Mukle de eerste hervormingen door in de kunst van Khatt. Ibn Hilal verbeterde dit schrift. Maar de grootste stap werd gezet door Yakut Mustasimî, door het vinden van “nesta’lik” khatt. De schrijfstijl, die zowel functioneel als esthetisch is, ontwikkelde zich in het tijdperk van de Anatolische Seltsjoeken, ondanks het feit dat het uit een Arabische omgeving voortkwam, en bereikte het hoogtepunt onder de klassieke kunsten in de Ottomaanse tijd. Dit is vooral te danken aan de steun van II Mehmed en II Bayezid.
De kunst van het Ottomaanse khatt vertoonde in het begin weinig veranderingen, maar een belangrijke hervorming werd doorgevoerd door Sheikh Hamdullah, die een nieuwigheid in het schrift bracht. De andere meester uit die tijd was Ahmed Karahisari. In de 17e eeuw werd de stijl van Hafız Osman prominent. Zijn speciale schikking voor de “hilye” (teksten die de fysieke kenmerken en ethiek van de profeet beschrijven) was een schema geworden in de kunst van khatt. De Turkse stijl en nieuwe schrijfstijlen werden nog beter in de 18e en 19e eeuw. Er werden niet alleen handschriften, maar ook khatt-plaquettes, hilye-ontwerpen en khatt-murakka’s (albums) gemaakt. De kunst van het khatt werd op traditionele wijze voortgezet.